Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij gaf hun allen, iedereen, [36]wisselklederen; maar Benjamin gaf hij driehonderd [37]zilverlingen, en vijf wisselklederen. 36. Hebr. wisseling, of, verandering van klederen; dat is, zodanige als zij niet dagelijks gebruikten; hoedanige grote heren anderen plachten te geven tot verering of vergelding; Richt.14:12,19; 2 Kon.5:5. 37. Zie boven, hfdst.20 vs.16.